De twee mensen op de hongerdoek ‘Ik ben omdat wij zijn’ kijken elkaar aan en leggen hun handen op de schouders van de ander. Zo ontstaat intimiteit, zo overbruggen zij grenzen. Er is geen ‘ik’ zonder een ‘wij’.
We zien twee mensen die vervlochten zijn in een intensieve ontmoeting. Door het diepgaande en respectvolle toewenden van beide hoofden naar elkaar toe, wordt de grens een overgang, een brug. De twee personen kijken elkaar indringend aan. Ontmoeting kan alleen als mensen op elkaars ooghoogte zijn, als de één de ander wil en durft aan te kijken als gelijke.
De armen van beide figuren zijn verstrengeld in elkaar en onderstrepen het intensieve karakter van de ontmoeting. Elkaar ontmoeten kan alleen als er sprake is van een eigen identiteit. Voorwaardelijk om bewust te zijn van wat je te geven hebt en open te staan om iets te ontvangen dat je zelf nog niet bezit. Door te geven en te ontvangen groeit een relatie, groeit betrokkenheid op elkaar. Verschillen in eigenschappen vallen niet weg in de ontmoeting, maar zijn juist de basis ervan. Identiteit gaat vooraf aan intimiteit. Wie niet of slecht op eigen benen kan staan, is ook niet in staat om op ooghoogte van de ander te komen.
‘Wie een muur om zijn land bouwt, maakt zichzelf de gevangene’, zei voormalig president van de Verenigde Staten van Amerika Obama. Wie een muur om zichzelf bouwt om zijn eigenheid af te schermen, maakt zich tot gevangene van zichzelf. Diversiteit en eenheid zijn de twee kanten van de medaille die ontmoeting heet. Het gaat om een samengaan van hart, ziel en verstand in onze relaties met anderen. Om emotie, spiritualiteit én ratio.