De twee mensen op de hongerdoek ‘Ik ben omdat wij zijn’ staan duidelijk in een relatie met elkaar. Ze kijken elkaar indringend aan, hun handen en armen komen in de levenssfeer van de ander en nemen daarbij elkaars kleur aan.
Ieder mens, benadrukt paus Franciscus in zijn encycliek Laudato Si’, staat in een drievoudige relatie: in een relatie met God, in een relatie met medemensen en in een relatie met het milieu / de schepping.  Alle drie de relaties kunnen niet zonder elkaar, alles is met elkaar verbonden.
De hongerdoek geeft uitdrukking aan al deze drie lagen:
als eerste de relatie God – mens:  Door de menswording van Jezus is God op ooghoogte met ons gekomen.. ‘Ubi caritas et amor, ibi Deus’, zegt de oude Latijnse spreuk: Waar liefde en genegenheid heersen, daar is God.
Als tweede de relatie Mens – mens: wereldwijde solidariteit, waarbij ontmoeting en dialoog zeker in grenssituaties de uitdaging is. We worden uitgedaagd om ons individualisme te overwinnen door te delen met elkaar. Ook met mensen ver weg. ‘Heb de vreemdeling lief, want hij is zo als jij’ staat er in Leviticus.
Als derde de relatie Mens – milieu /schepping: De spatjes verf op de hongerdoek lijken te vibreren als de gehele kosmos, een heelal vol van sterren en onmetelijke stelsels, maar ook vol van minuscule atomen, waarin alles met alles vervlochten is. De mens is gemaakt uit aarde, uit al die elementen die hem / haar omgeven. De mens kan niet bestaan zonder de aarde, de aarde die van ons allemaal is.