fotoshoppen

De eerste keer dat ik er, lang geleden, mee in aanraking kwam, was ik in hoge mate verbijsterd. Een foto van mijzelf in een bekende omgeving was plotseling veranderd in nog steeds dezelfde foto, maar dan mijn persoon op bezoek in de Hermitage van St. Petersburg. Hoewel ik jaren later inderdaad dit prachtige museum bezocht, was er ten tijde van die ene foto nog geen sprake van dat bezoek. Dat een foto dusdanig gemanipuleerd kon worden: het liet mij in verbijstering achter! Vandaag de dag is het heel gewoon om foto’s te bewerken. Niet zozeer om geportretteerden in een andere omgeving te laten figureren, als wel om onvolkomenheden weg te werken. Fotoshoppen is inmiddels de normaalste zaak van de wereld. Taalkundig gezien is het zelfs een werkwoord geworden.

Dit beeld kwam me voor ogen, toen ik bedacht dat je ook in geschreven vorm soms de neiging krijgt om te ‘fotoshoppen’. En dan denk ik met name aan bepaalde figuren in (bijbelse-)geschriften, die je het liefst óf een beetje mooier zou willen maken, óf waarbij je kenmerkende narigheden weg zou willen witten. Immers, hoe kan het bestaan dat een schuinsmarcheerder als de grote koning David ‘een man naar Gods hart’ genoemd wordt? En neem de meest bekende profeet Elia, die er zijn hand niet voor omdraait om maar liefst honderden priesters, die een andere godsdienst dan de zijne aanhangen, in koelen bloede om te brengen. Dat wil je toch liever niet onder ogen zien?

En toch is het natuurlijk heel bijzonder dat die verhalen, die je liever in een andere context geplaatst zou hebben gezien, terecht zijn gekomen in die (bijbelse-)geschriften. In plaats van fotoshoppen misschien toch nog een keer goed kijken wat er werkelijk te zien is: dat een mens, met alles wat hij of zij is, er toch mag zijn. Ondanks alles.

Foekje Dijk, Vrijzinnig Assen.